Datum: 01-10-2021
De opgaven rond wonen en werken en mobiliteit zijn complex en hebben conflicterende belangen en ruimteclaims. Wat als we in een vroeg stadium ruimtelijke kwaliteit inzetten om de draagkracht van een gebied te verbinden aan alle ambities?
Met het programma Wat als? / wat nu? agendeert AORTA de rol van ontwerp voor de verdere groei van de stad. Zoals elke stad staat ook Utrecht voor grote uitdagingen op het gebied van bevolkingsgroei, klimaatverandering, energie, mobiliteit en inclusie. De benodigde ruimte is dermate groot dat het scheiden van stedelijke functies niet langer houdbaar is. Toekomstige ontwikkelingen moeten integraal worden aangepakt, willen we zowel het buitengebied als de compacte stad in stand houden.
2040
In de concept Ruimtelijke Strategie maakt Utrecht keuzes hoe het zich de komende 20 jaar wil ontwikkelen. De RSU2040 beoogt onder meer een netwerk van knooppunten; nieuwe centra voor wonen, werken en recreëren die de binnenstad ontlasten en groei mogelijk maken. Een groei die hand in hand moet gaan met een ambitieuze vergroening. Station Lunetten-Koningsweg is aangewezen als een van de mogelijke nieuwe ontwikkellocaties.
Wat als?
AORTA initieert het programma Wat als? / Wat nu! om op een andere manier naar deze verstedelijkingsopgaven te kijken. We nemen de ruimtelijke kwaliteit als uitgangspunt en bouwen van daaruit verder. Wat als we de complexe opgave integraal beschouwen en ontwerpend onderzoek inzetten om de opgave beter te doorgronden? Door in een vroeg stadium de koppeling met ruimtelijke kwaliteit van het gebied te leggen worden consequenties van de verstedelijkingsstrategie duidelijker.
Trends en visies
In een serie interviews belichten we een aantal trends en visies rond de stapeling van opgaven. Hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en Dijkgraaf Co Verdaas spreekt niet over vergezichten, maar over de radicale aanpak die nodig is voor de nabije toekomst. Martien Das is senior adviseur lokaal klimaatbeleid en duurzame mobiliteit bij Rijkswaterstaat en ze noemt de uitdagingen van de verdichte stad en de oplossing die deelmobiliteit kan bieden. Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving en directeur van MUST Wouter Veldhuis vindt dat grote stedenbouwkundige opgaven samen moeten gaan met de ontwikkeling van de ‘rechtvaardige stad’ waar inwoners zeggenschap hebben over hun leefomgeving.
Knooppuntontwikkeling
In twee werksessies verkennen we met een groep beleidsmakers, ontwerpers, stedenbouwkundigen en (landschaps) architecten de potentie van de knooppuntontwikkeling. Lunetten is hierbij de casus en startpunt is de landschappelijke kwaliteit van het gebied.
Zoals beoogd in de visies van gemeente en provincie wordt station Lunetten-Koningsweg mogelijk samen met Utrecht Science Park een Metropoolpoort en knooppunt ten oosten van Utrecht. Als deze plannen realiteit worden moet het gebied rond het station ruimte bieden aan wonen en werken, en als knooppunt goed aansluiten op verschillende modaliteiten. Door de nabijheid van natuur, cultuurlandschap en erfgoed is er de kans om een nieuw stedelijk en groen woonwerkmilieu te creëren.
Landschap en groen worden echter vaak als restruimte gezien, en niet integraal meegenomen in het ontwerp van stedelijke omgevingen. Wat als we eerst het landschap ontwerpen en van daaruit het knooppunt verstedelijken? We starten met ontwikkelen van natuur en het omliggende landschap, en van daaruit komen thema’s als wonen, werken en mobiliteit aan bod. Hoe behoud je kwaliteit en toegang tot het groen bij hoogstedelijk verdichten? Welke nieuwe woonkwaliteiten kunnen ontstaan bij een verdichtend knooppunt? Wat wordt de betekenis van een nieuw station in het netwerk, en voor de wijk?
Resultaten
De resultaten uit de werksessie en de interviews zijn samengebracht in het pamflet Station Krommerijn. Hierin worden de belangrijkste opbrengsten en inzichten gedeeld met het brede vakpubliek.