Mogelijkheden voor circulair bouwen
Maurice Hengeveld doet verslag van de derde avond in de serie Stad van Morgen over circulair bouwen getiteld Zero waste.
Hoe verminder je, als snel groeiende stad in een veranderend klimaat, op een drastische manier de afvalstromen en hoe zorg je ervoor dat al je inwoners meewerken aan die opgave? Wat is daarbij de impact van circulair bouwen, hoe kan ontwerp bijdragen aan een logische en aantrekkelijke inpassing en wat is nodig om de overgang naar circulair bouwen te versnellen? Die vragen stonden centraal tijdens de derde lecture in de serie Stad van Morgen van AORTA.
Circulaire economie
“Hoe maken we samen de circulaire stad? In een serie lectures over de toekomst van onze leefomgeving ontrafelen we de uitdagingen voor de stad van morgen. In de derde aflevering onderzoeken we de mogelijkheden van ontwerp in de circulaire economie.” Daarmee werd lecture #3 Zero waste aangekondigd. In die circulaire economie dienen restmaterialen als belangrijke bron voor grondstoffen in plaats van als afval dat vernietigd moet worden. Veel afgedankte spullen zijn prima opnieuw te gebruiken. Nieuwe producten moeten dan wel zo ontworpen en gemaakt zijn dat hergebruik mogelijk is. In de bouw gaat het om het hergebruik van materialen uit oude gebouwen bij nieuwbouw en het modulair en adaptief bouwen, zodat gebouwen met de tijd mee kunnen veranderen qua functie en omvang.
De opgave
Interessant om even te beginnen bij de circulaire ambities van de gemeente Utrecht. Daarover valt op Utrecht.nl het volgende te lezen: “In Utrecht liggen veel kansen voor de circulaire economie. In onze sterk groeiende stad hebben we veel grondstoffen nodig. Er komt ook weer veel materiaal vrij dat we opnieuw kunnen gebruiken. In 2050 wil Utrecht als stad helemaal circulair zijn. Een volledig hernieuwbare stad, waarin we optimaal gebruik maken van onze grondstoffen en materialen, van duurzame energiebronnen en het menselijk kapitaal in onze stad.” Dat klinkt als een pittige opgave, maar in ruim 25 jaar tijd kan er een hoop gebeuren. Het vertrekpunt voor deze opgave ligt in de ondertekening van het Grondstoffenakkoord in december 2017. Daarmee heeft de gemeente Utrecht zich met een groot aantal andere overheden en bedrijven verbonden aan de ambitie om in 2050 100 procent circulair te zijn. In de raadsbrief Circulaire economie staat hoe men daar wil komen.
Concrete bijdrage
Utrecht levert een bijdrage aan de expertise-ontwikkeling over de circulaire economie, onder andere door deelname aan diverse Green en City Deals en de Cirkelregio Utrecht als regionale alliantie. Producten en diensten die de gemeente zelf afneemt worden zoveel mogelijk circulair ingekocht en ook het verduurzamen van de inzameling van huishoudelijk afval door afvalscheiding en recycling draagt bij aan meer circulaire grondstoffen. Gezien de grote bouwopgave legt Utrecht momenteel echter prioriteit bij circulair bouwen. De gemeente Utrecht gaat ontwikkelaars, corporaties en bewoners in Utrecht stimuleren om meer circulair te (ver)bouwen. Concreet project daarbij is Community of Practice met MVO Nederland, waarin bouwbedrijven uit de regio Utrecht ervaringen opdoen met circulair bouwen. Op zoek dus naar de mogelijkheden van ontwerp in de circulaire economie tijdens lecture #3 Zero waste in de serie Stad van Morgen.
Circulair en duurzaam
Menno Rubbens van cepezedprojects vertelt over de circulaire gebouwen The Green House in Stationsgebied Utrecht en de Tijdelijke Rechtbank Amsterdam. Bij deze projecten zijn op een slimme manier herbruikbare materialen toegepast en was het streven het gebouw een hoge intrinsieke waarde te geven. Daarmee is het gebouw goed aanpasbaar, zodat de functie kan veranderen en het gebouw zelfs geheel verplaatst kan worden. Het paviljoen van The Green House aan de Croeselaan is volledig circulair en zeer duurzaam gebouwd. Het krijgt na 15 jaar weer een nieuwe bestemming. Passend bij het tijdelijke karakter is het volledige paviljoen dan ook demontabel. Ook is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van hergebruikte materialen. Zo komt de glazen gevelbekleding van de voormalige naastgelegen Knoopkazerne. Veel producten werden/worden geleased of geleverd naar gebruik en blijven daarmee in bezit van de leverancier, met een volledig circulair businessmodel als resultaat.
Tegenwerking vanuit de markt
Eén van de zaken waar cepezed tijdens het ontwerp van de Tijdelijke Rechtbank tegenaan liep is dat er (te) weinig nieuwe materialen beschikbaar zijn voor hergebruik en demontage. In plaats van het hergebruik van bestaande materialen pleit Rubbens voor meer inzet op de productie van nieuwe herbruikbare materialen. Als voorbeeld haalt hij de ontwikkeling van een demontabele kanaalplaat door cepezed aan. Eén van de redenen dat dit proces moeizaam verliep is dat het herbruikbaar maken van nieuwe materialen vaak niet in lijn ligt met het traditionele verdienmodel van producenten. Hier is volgens Rubbens dus nog wel een wereld te winnen!
Innovatieve systeemtechniek
Noud Paes van Paul de Ruiter architects gaat vervolgens in op het ontwerp voor het QO Hotel in Amsterdam en woongebouwen op de NPD Strook in Overvecht. Bij het QO Hotel is niet alleen ingezet op het hergebruik van materialen, maar is tevens een eco-systeem ontworpen gericht op het sluiten van alle kringlopen: of het nu energie, CO2, water of afval betreft. Om zo ver te komen werd techniek ontwikkeld die de regie overneemt bij afwezigheid van gasten, doorgaans een flink deel van de dag. Het systeem stuurt de buitengevel aan, bestaande uit bewegende panelen die reageren op het buitenklimaat. De panelen zorgen voor extra isolatie op koelere dagen of laten zonlicht binnenstromen voor verwarming, zodat de kamer altijd op een aangename temperatuur blijft. Het systeem zorgt voor aanzienlijk minder energieverbruik voor verwarming en koeling van de kamers. Innovatief, maar wel nog relatief kostbaar en dus niet eenvoudig toepasbaar in gangbare bouwprojecten of woongebouwen.
Hergebruik ruimte
Voor de NPD-strook in Overvecht ontwierp Paul de Ruiter architects de twee buitenste van drie energiezuinige woongebouwen. Omdat de verwachting is dat het autobezit in de toekomst afneemt is geanticipeerd op toekomstig hergebruik van de parkeerruimte die nu nog wel aan twee van de drie gebouwen wordt toegevoegd. Waar bij het middelste gebouw inpandig een soort ‘Superplint’ is toegevoegd voor een breed programma aan functies is dat in de toekomst nu ook mogelijk in de buitenste gebouwen. Naast mogelijk hergebruik van ruimte is volgens Paes ook hergebruik van materialen in beeld, maar nog wel in de ontwikkelfase. Pilotprojecten zijn daarom in zijn optiek onontbeerlijk!
Een circulair hof
En over pilotprojecten gesproken… Charlotte Ernst van Het Hof van Cartesius in het Utrechtse Werkspoorkwartier spreekt vervolgens over Het Hof als fysieke organisch groeiende proeftuin voor de circulaire economie, waarbij ze op alle vlakken experimenteren met het terugbrengen van afval- en reststromen. Een plek voor startende innovatieve ondernemers in de creatieve maakindustrie die zich spiegelen aan de principes van de circulaire economie. Een lange adem en vallen en opstaan was geruime tijd het scenario voor de realisatie van dit bijzondere plan, maar het is er gekomen. Niet alleen werd er vanuit de doorzettersmentaliteit van de initiatiefnemers een Hof gebouwd met hergebruikte en groene materialen, ook werden de initiatiefnemers gaandeweg het proces steeds meer vraagbaak voor circulair bouwen en verzamelplaats van materialen. Met haar bedrijf Cistainricht Ernst zich, samen met haar zus Bianca, inmiddels dan ook volledig op creativiteit, verbinding en placemaking, maar vooral op realisatie en implementatie van duurzaam, circulaire, groene en sociale projecten.
Verbreding noodzakelijk!
Naast plannen voor uitbreiding van Het Hof is Ernst ook betrokken bij de circulaire en duurzame ontwikkeling van het Werkspoorkwartier. Dit gebied won onlangs de ABN AMRO Circular Economy Award 2018 in de categorie Beste circulaire werklocatie van Nederland. Zonder meer een prachtige erkenning natuurlijk, stelt Ernst, maar het is volgens haar de hoogste tijd om ook binnen de bouwwereld de stap te zetten van (alleen) duurzaam naar (ook) circulair bouwen. Waar doorgaans binnen dezelfde clubjes en verbanden herhaaldelijk kennis wordt uitgewisseld is verbreding noodzakelijk om echte vooruitgang te boeken. Ernst: “Meer gewoon gaan doen! Kijken waar je circulair kan bewegen, onder andere in bouwen. Je mindset bijstellen, samenwerking(en) zoeken en er vooral geen wedstrijdje van maken!” Het Werkspoorkwartier werd eerst bestempeld als creatief maakgebied, maar staat door partijen in het gebied (zoals Het Hof en de Werkspoorkathedraal) nu op de kaart als circulaire werklocatie. “Voornamelijk omdat we gewoon zijn gaan doen!” besluit Ernst.
Lastig – leuk – betekenisvol
Leveren de verhalen en voorbeelden van deze avond naast inspiratie ook concrete mogelijkheden op om circulair ontwerpen en bouwen in Utrecht verder te stimuleren? Die vraag legt moderator Danielle Arets het aanwezige panel van experts voor. Irene ten Dam van de EBU is van mening dat de benodigde verbreding het beste daar kan worden begonnen waar de energie zit en dat, mede gezien de huidige bouwopgave, nieuwe manieren van ontwerpen en bouwen onontbeerlijk zijn. EBU kan daarin een faciliterende rol spelen door middel van leningen, bemiddeling en kennisdeling. Wytze Kuijper van Cirkelstad wijst op het belang van de huidige fase, waarin projecten als Het Hof van lastig naar leuk naar betekenisvol zijn gegroeid en daarmee van grote waarde zijn voor verdere ontwikkelingen op het gebied van circulair bouwen. Vooralsnog bestaat er in ieder geval niet één (ontwerp)oplossing voor alle gebouwen, is de productie van nieuwe circulaire bouwmaterialen dikwijls nog te kostbaar en zijn er nog weinig slimme knoppen die circulair bouwen versnellen. Steviger agenderen lijkt daarmee voor nu het enig juiste vervolg!