TERUG NAAR OVERZICHT

Met positieve energie werken aan de stad van morgen

Het van Lieflandpark in Tuindorp

Het van Lieflandpark in Tuindorp

Redactie DUIC

Om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen moet er veel gebeuren. Niet alleen wil Utrecht in korte tijd energieneutraal zijn, ook de CO2-uitstoot moet worden geminimaliseerd. Huizen en gebouwen moeten met duurzame bronnen worden verwarmd en van elektriciteit voorzien. Dat vraagt niet alleen veel van ontwikkelaars en bestuurders, ook de mentaliteit van Utrechters moet veranderen. Volgens architect Jeroen Atteveld en wethouder Lot van Hooijdonk is veel winst te behalen in bewuster omgaan met energie.

Enerzijds gebeurt dit al in de projecten die Heren 5, het bureau waar Atteveld werkzaam is, realiseert. Voorbeelden in Utrecht zijn Leeuweplaats, een woonwijk die moet verrijzen tussen Oog in Al en Leidsche Rijn, en het Van LieflandPARK in Tuindorp. Op beide locaties is extreem rekening gehouden met duurzaamheid.

Bij veel van de laagbouwprojecten is de duurzaamheid echter goed weggewerkt in de woning. Hierdoor is niet direct zichtbaar dat de woningen heel duurzaam zijn, terwijl het volgens de architect juist belangrijk is om energie zichtbaar en beleefbaar te maken.

“Sommige mensen zien het comfort waarin ze leven als een vanzelfsprekendheid”, zegt Atteveld. Ze staan er niet bij stil dat de energie ergens vandaan moet komen. Als de douche maar warm is. Het zichtbaar en beleefbaar maken van energie is misschien ook niet belangrijk in de woning, dat kan ook op andere manieren; Atteveld heeft in opdracht van een grote energiemaatschappij onderzoek gedaan naar hoe dit bewustzijn gecreëerd kan worden. Zo heeft hij bij Heren 5, in samenwerking met Dingeman Deijs Architects, onderzocht hoe het warmtenetwerk op strategische plekken in de stad zichtbaar, voelbaar en beleefbaar kan worden gemaakt.

De Amsterdamse woontoren HAUT, een project van Team V architecten.

De Amsterdamse woontoren HAUT, een project van Team V architecten.

Verwarmde bankjes

Zijn plan was dan ook om publieke baden en meubilair in de openbare ruimte te verwarmen met behulp van de restwarmte van een afvalverbrandingsinstallatie. “Het koelwater van de installatie wordt ontzettend heet en opgeslagen in ‘grote thermosflessen’ in de stad. Dit warme water wordt vervolgens via leidingen naar de woningen in de stad getransporteerd, waar op strategische plekken in de openbare ruimte het water dus ook voor andere doeleinden kan worden ingezet”, zegt Atteveld.

Dit plan was in Amsterdam in een vergevorderd stadium, maar het liep uiteindelijk stuk op futiliteiten. Atteveld vindt het bijzonder teleurstellend. Een verwarmd bankje of bushokje valt op en zou een manier zijn om het bewustzijn te creëren.

Impressie van een verwarmd bushokje.

Impressie van een verwarmd bushokje.

De Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk zegt bovendien dat mensen die zich bewust zijn van hun energieverbruik er spaarzamer mee omgaan. “Uit een onlangs gehouden experiment is gebleken dat mensen met bijvoorbeeld zonnepanelen op hun dak, minder energie gebruiken dan voorheen.”

Beperkte ruimte

Zuinig zijn met energie blijft nodig, ook als het straks volledig duurzaam wordt opgewekt. “Met name het opwekken van elektriciteit kost veel ruimte, en ruimte is iets wat we in ons land niet veel hebben”, zegt Van Hooijdonk. “Denk bijvoorbeeld aan de ruimte die nodig is voor het plaatsen van windmolens, of het neerleggen van zonnepanelen.”

Daarbovenop komt ook nog eens dat de energievraag steeds toeneemt. Niet alleen omdat de populatie in Utrecht groeit, maar ook omdat ieder huishouden steeds meer energie gebruikt. Energie opwekken moet dus steeds efficiënter worden. Gelukkig staat de technologie niet stil en zijn er steeds mee slimme manieren om dit te doen.

Proefwoning van het project Inside-Out in Utrecht. In deze huurwoning van woningcorporatie Bo-Ex zijn veel energiebesparende maatregelen toegepast.

Proefwoning van het project Inside-Out in Utrecht. In deze huurwoning van woningcorporatie Bo-Ex zijn veel energiebesparende maatregelen toegepast.

Zo worden zonnepanelen steeds beter geïntegreerd in gebouwen. Nu liggen ze vaak nog los op het dak, maar binnenkort zijn de energieopwekkende zonnecellen verwerkt in bijvoorbeeld glas en dakbedekking. Dit biedt ontwerpers veel meer kansen om de energieopgave die we hebben veel beter in het ontwerp mee te nemen, en kunnen ze op veel meer vierkante meters worden toegepast.

Beurskwartier

Onder andere de implementatie van zonnepanelen moeten eraan bijdragen dat het Beurskwartier energieneutraal wordt. Maar ook on der de grond wordt aan energieopwekking gewerkt. Hier wordt een warmte- koudeopslag geplaatst, waarmee de omliggende gebouwen kunnen worden verwarmd. “In de toekomst komt er daarom ook een ondergrondse ruimtelijke ordening”, aldus Van Hooijdonk.

Wethouder Van Hooijdonk geeft aan dat het belangrijk is dat energieopwekking weer zichtbaar wordt. “Dat is tot een aantal decennia terug ook eigenlijk altijd zo geweest. Vroeger moesten mensen hout sprokkelen, en later kregen ze kolen in de kolenkit. Daarna werden grote centrales gebouwd, en kwam de energie het huis binnen via een onzichtbaar netwerk. Met de energietransitie gaan we dus weer terug naar hoe het was.”

De uitdagingen van de energieopwekking is nog niet opgelost. Dat we allemaal van het gas af moeten is ondertussen wel duidelijk. We zullen zuiniger met onze energie om moeten gaan, en de warmte en elektriciteit die we nodig hebben moeten duurzaam worden opgewekt. Die opwekking zal veel meer op lokaal niveau gaan gebeuren. Op onze daken, aan onze gevels en in de grond. Naast het feit dat we elektrisch gaan koken en bewuster met energie om moeten gaan, is de vraag hoe de energietransitie ook zichtbaarder moet worden in onze publieke ruimte.

Artikel verschenen DUIC – 14-10-2018