Van boenhok tot wegrestaurant: verrassende boerenerven in polder Rijnenburg

Adviseur cultuurhistorie Daan Schaars inventariseerde de karakteristieke boerderijen en huizen van polder Rijnenburg
Datum: 28 maart 2024

Rijnenburg is nu nog een boerenland van veenweiden met kavelsloten en lintwegen met boerderijen. Die aanblik zal veranderen als de gemeente Utrecht haar plannen doorzet om hier na 2035 woningen te bouwen. Reden voor de afdeling Erfgoed om de gelaagde geschiedenis van de polder in kaart te brengen en die kennis door te geven aan ontwerpers en ontwikkelaars – als basis voor de planvorming. Adviseur cultuurhistorie Daan Schaars deed hiervoor onderzoek naar de boerderijen en hun erven.

Door: Hester van Gent

Het begrip cultuurhistorie is niet in één woord te vangen. ‘Het werkveld is breed’, zegt Daan Schaars. ‘Het kan gaan over de kenmerken van een boerderij, maar evengoed over haar ontstaansgeschiedenis of de historie van het polderland.’ Voor Rijnenburg richtte hij zich op het gebouwde erfgoed langs de Nedereindseweg. Deze lintweg is van oudsher aantrekkelijk om langs te bouwen, omdat die op een stroomrug ligt. Schaars zoomde in op het stuk tussen de Meerndijk in het westen en de A2 aan de oostzijde. ’Vlak bij de snelweg lag ooit de middeleeuwse ridderhofstad Rijnenburg. Daaraan dankt de polder zijn naam’, legt hij uit.

“Het handige van het Kadaster is dat het al sinds 1832 bestaat. Vanaf die datum is daar elke verandering in kavelgrenzen en bebouwing op kaart vastgelegd”

Schaars inventariseerde de erven met boerderijen en huizen die geen monument zijn, maar wel karakteristiek voor de polder. Hiervoor bestudeerde hij tekeningen uit Het Utrechts Archief en het Kadaster: ‘Het handige van het Kadaster is dat het al sinds 1832 bestaat. Vanaf die datum is daar elke verandering in kavelgrenzen en bebouwing op kaart vastgelegd. Door die kaarten naast elkaar te leggen kun je de ontwikkeling van een erf goed volgen.’

Het boerenerf op nummer 506 is hiervan een mooi voorbeeld. In 1873 werd hier, vóór op het terrein, een forse bakstenen boerderij met rieten dak gebouwd. Later kwam daar een stal bij, die waarschijnlijk was bedoeld voor varkens of ander klein vee, te zien aan de kleine luiken. En het nieuwste gebouw is een moderne schuur van staalplaat. ‘Die is misschien niet waardevol, maar hoort wel bij het boerenbedrijf’, zegt Schaars.

Het enige overgebleven ‘boenhok’ aan de Nedereindseweg

Van boenhok tot wegrestaurant

Het cultuurhistorisch onderzoek bevat niet alleen een inventarisatie maar ook een waardering van de gebouwen. ‘Daar bestaan allerlei standaardcriteria voor’, vertelt Schaars. ‘Is het gebouw cultuurhistorisch interessant? Heeft het betekenis voor de plek, voor Utrecht misschien? De erfbebouwing op nummer 506 heeft een hoge waardering. De boerderij en de stal hebben nog dezelfde vorm als toen ze werden gebouwd, en het geheel geeft een goed beeld van het functioneren van het bedrijf.’

Ook de kleine ronde silo’s voor het diervoeder maken het erf bijzonder, net als het boenhok dat aan de rand van de sloot staat. Hierin deden de landbouwers vroeger de was en maakten hun melkbussen of klompen schoon. Het is het enige boenhok aan de Nedereindseweg dat bewaard is gebleven en geeft een mooi inkijkje in het boerenleven van de 19e, begin 20e eeuw. In die periode plukte Nederland de financiële vruchten van de industriële revolutie. Dat gold ook voor Rijnenburg. De meeste, vaak royale boerderijen aan de lintweg stammen dan ook uit die tijd.

“Het enige boenhok dat bewaard is gebleven geeft een mooi inkijkje in het boerenleven van de 19e, begin 20e eeuw”

Er zijn ook boerderijen uit andere periodes te vinden. Schaars was onder de indruk van wat hij aantrof bij zijn eerste bezoek aan de weg: ‘Toen ik begon met het onderzoek, stond ik er blanco in. Ik stapte op de fiets en ging ter hoogte van de A2 de weg op. Daar werd ik verrast door de variatie aan gebouwen. Er staat bijvoorbeeld een bijzonder pand van net na de oorlog. En een boerderij uit 1936 die qua uiterlijk een beetje doet denken aan de stijl van de Amsterdamse School.’ Op de hoek van het erf prijkt een toegangshek waarop in sierlijke letters De Laaglander staat geschreven.

Boerderij ‘De Laaglander” aan de Nedereindseweg

Aan de kant van de Meerndijk trof Schaars misschien wel de meest bijzondere bebouwing: boerderij De Steenen Kamer, waarvan een deel al in de 16e eeuw werd gebouwd. Dit erf is een Rijksmonument en valt buiten het onderzoek, omdat de monumenten aan de lintweg al eerder zijn onderzocht. De Steenen Kamer is de oervorm van de boerderijen in dit gebied en deed in de 18e eeuw dienst als herberg. Een begrijpelijke functie, zo pal naast de kruising met de Meerndijk, die ook toen al een doorgaande route was. ‘Het was een soort wegrestaurant’, vertelt Schaars. ‘Reizigers pauzeerden hier even en verversten er hun paarden.’

De Steenen Kamer aan de Nedereindseweg

Nieuwe tijdlaag

Al met al bevat de Nedereindseweg een intrigerende staalkaart aan boerderijen, waarvan Schaars de bijzondere eigenschappen vastlegde in een onderzoeksrapport. Zijn onderzoek wordt straks beschikbaar voor ontwikkelaars en ontwerpers die hier, als de nieuwbouwplannen doorgaan, een nieuwe tijdlaag zullen toevoegen. ‘Deze kennis is van belang’, zegt Schaars, ‘omdat we de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing willen behouden. Je kunt er de geschiedenis van de plek aan aflezen. Hoe er gebouwd werd in de polder, hoe de boerderijlinten ontstonden en welke kavels daarbij hoorden. Het zou mooi zijn als de ontwikkelende partijen daar rekening mee houden.’

“Je kunt de geschiedenis aan de plek aflezen. Het zou mooi zijn als de ontwikkelende partijen daar rekening mee houden”

Schaars beseft ook dat het nog een uitdaging zal worden om de ontwikkeling van de nieuwe huizen en historische boerenerven samen te brengen. ‘In zo’n traject komen veel opgaven bij elkaar. Er moeten woningen worden gebouwd en het gebied moet leefbaar zijn. Daar is cultuurhistorie maar een klein onderdeel van. Maar niet alles hoeft behouden te blijven’, meent hij. ‘Als de lintweg en de boerenerven maar een plek krijgen in de plannen. Dan kunnen de weilanden achter de erven, waar eerst de koeien graasden, het werkterrein worden van de ontwikkelaars. Zulke afwegingen kun je maken. Zo is het bij de ontwikkeling van Leidsche Rijn gegaan, zo kan het in Rijnenburg ook.’


Bouwen met Erfgoed is een project van de gemeente Utrecht, architectuurcentrum AORTA en verschillende kennispartners. Doel is de archeologische waarde van het gebied vroegtijdig in kaart te brengen en de uitkomsten hiervan sturend te laten zijn bij toekomstige gebiedsontwikkelingen.
Lees verder

Daan Schaars

Daan Schaars houdt zich bezig met bouw- en architectuurhistorisch onderzoek. Na de studie Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en Universiteit van Amsterdam werkte hij bij de afdeling Erfgoed van de gemeente Den Bosch en bij het Monumenten Advies Bureau in Nijmegen. Sinds mei 2023 is hij in dienst bij de gemeente Utrecht.