Als de plannen doorgaan, zullen na 2035 duizenden mensen de sleutel krijgen van een nieuwe woning in polder Rijnenburg. In het gebied is ook plaats voor nieuwe recreatieroutes, regionale sportfaciliteiten en duurzame energieopwekking. Maar ook voor nieuwe natuur. “Hoe kan er straks een mooie interactie komen tussen mens en natuur?”, vraagt Floris Brekelmans zich af. Als Stadsecoloog bij de gemeente Utrecht buigt hij zich over deze vraag.
Door: Femke Noordink
Bij de ontwikkeling van polder Rijnenburg wordt de natuur van begin af aan meegenomen. Hoe is de biodiversiteit in het gebied? En hoe speelt die een rol in de toekomstige ontwikkeling? Floris Brekelmans adviseert daarin over de kansen en beperkingen voor de natuur. Brekelmans: “Welke functies komen er in het groen, op de plaats waar nu landbouw is? We verkennen daarvoor toekomstige mogelijkheden en scenario’s, bepalen wat in grote lijnen de koers kan zijn voor natuur in het gebied. Natuur-inclusief ontwikkelen, noemen we dat. Hoe kan er een mooie interactie komen tussen mens en natuur? In combinatie met het aanwezige erfgoed in Rijnenburg?”
Samenhang met historie
Welke flora en fauna het gebied aantrekt hangt samen met de oorsprong ervan, zo legt Brekelmans uit. “In Rijnenburg was vroeger een stroomstelsel. Een van de aftakkingen van de Rijn ligt in de polder. Die tak bracht een dikke laag klei en zand met zich mee. Het zwaardere zand werd afgezet in een stroomrug, de bedding daarvan werd steeds hoger. Daarbuiten was er veenvorming; dikke pakketten van veen en turf en daarop een laagje klei.” Die ondergrond trekt specifieke soorten aan. “Eigenlijk is de bodem ook erfgoed, waarop zowel het culturele als natuurlijke erfgoed zich kunnen vormen. De ecologische waarde hangt samen met de ontstaansgeschiedenis van het landschap.”
“De ecologische waarde hangt samen met de ontstaansgeschiedenis van het landschap”
Over erfgoed gesproken – hoe zorg je voor een vruchtbare verbinding tussen bijvoorbeeld archeologie en natuur? Amelisweerd is daar volgens Floris Brekelmans een goed voorbeeld van. “Dat is een oud landgoedbos, ooit aangeplant door mensen. Nu zit dat enorm vol met planten en dieren, zoals reeën en ijsvogels.” Een ander voorbeeld vormen de verschillende Waterlinieforten die rijk zijn aan flora en fauna. “Die rijkdom kan de beleving van erfgoed versterken.”
In en rond de stad hangt de natuur samen met het ontstaan van het landschap en culturele erfgoed, benadrukt Brekelmans. Als mens kunnen we daar een positieve invloed op hebben, maar ook een negatieve: “Door intensieve functies op sommige plekken te leggen, kunnen de natuurlijke waarden achteruitgaan. Bijvoorbeeld door verstening in de stad of door landbouw en stikstof in het buitengebied. .” Zaak is om de negatieve impact zo klein mogelijk te maken. Dat kan al met relatief kleine aanpassingen; zo heeft Utrecht een maaibeleid dat de vestiging van flora en fauna bevordert.
Ecologische waarde
Wat is de huidige ecologische waarde van polder Rijnenburg? “Het is nu een landbouwpolder, dus flora en fauna hangen samen met dat gebruik”, antwoordt Floris Brekelmans. De openheid trekt bijzondere soorten aan. Weidevogels kan je er vinden, zoals de kievit, tureluur en grutto. Bij boerderijen zie je de steenuil en bunzing. En door de grote hoeveelheid water heeft het gebied een functie voor winterwatervogels zoals de smient, een kleine eend. “Die broedt momenteel in Scandinavië, en overwintert bij ons in het land in grotere wateren. Ook in Rijnenburg.” Heidedieren tref je ook in de polder aan, zoals de heikikker. “Die houdt van drassige percelen, slootjes en oevers. De grootste populatie van de regio zit in dit gebied. In de veenbodem zit tot slot de veenmol, een soort krekel die onder de grond leeft. Die heeft een heel grappige zang.”
“Door de grote hoeveelheid water heeft het gebied een functie voor winterwatervogels”
Qua fauna is er vooralsnog vooral gras en mais te vinden. “Maar bij sloten en oevers vind je heel mooie vegetatie”, zegt Brekelmans. “De dotterbloem kleurt sommige sloten behoorlijk geel. In de brede wateren staan waterpest, kikkerbeet en andere waterplanten. Daarlangs staan knotwilgen van wel honderd jaar oud.” Een ander opvallend element in het landschap zijn de oude eendenkooien. Vroeger werden die gemaakt om eenden te vangen voor de consumptie. Het waren gegraven plassen met vier armen. “Die zijn nu herkenbaar als vierkant stukje bos, voor de buizerd een prima plek om te broeden.”
Hoe laat je de aanwezige soorten meewegen bij de toekomstplannen? Gaat het daarbij om behoud of inpassing van de natuur? “Enerzijds zijn er een aantal soorten waar we rekening mee moeten houden”, zegt Brekelmans. “De heikikker is bijvoorbeeld wettelijk beschermd. Daar moeten we een plekje aan bieden. En bij de ontwikkeling die hij voor ogen heeft kan de biodiversiteit vergroten. “Afgelopen jaren zijn graslanden voorzien van mest en meststoffen. Vroeger was er juist veel veen en veengrond, dat is minder voedselrijk.” Floris Brekelmans hoop dat er soorten weer gaan terugkomen die er vroeger voorkwamen, zoals de otter en de bever. En velden met orchideeën en dotterbloemen, die van een vochtige omgeving houden. “Ook willen we plekken creëren waarbij de mens een stapje terugdoet, met behulp van dichte vegetatie. Waar bepaalde soorten, zoals de ree, zich overdag veilig wanen en zich thuis kunnen voelen.”
Identiteit
Via onderzoek heeft de stadsecoloog een goed beeld van welke soorten er in polder Rijnenburg voorkomen, en hoe ze daar rekening mee kunnen houden. De specifieke flora en fauna geven de plek een eigen identiteit. “Hier heb je een andere ervaring dan elders in de stad. In de basis wordt het ontwikkeld vanuit de eigenheid van dat gebied. Van weilanden naar natuurtypen die hier van oorsprong thuishoren, in moeras en open water.”
“We hebben de opgave om de mens te koppelen aan landschap en natuur”
In die landschappen moeten de toekomstige bewoners zich ook prettig in kunnen voelen. “We hebben de opgave om de mens te koppelen aan landschap en natuur”, aldus Brekelmans. “Dat je ze aanzet om naar buiten te gaan en dat te beleven.” Met minder stress als bijkomstigheid. Alsook duurzamere keuzes. “Je komt eerder op voor planten en dieren, stelt je zorgzamer op naar je omgeving. En als je naar buiten gaat, ga je veel meer verbindingen aan met mensen om je heen.”
De gemeente Utrecht wil de kans op een bijzondere ervaring in de natuur zo groot mogelijk maken. “Dat je oog in oog komt met een ree of bever, of een ijsvogel langs ziet vliegen.” Want groen maakt ons blij, meent Brekelmans. “Het is altijd gaaf om een vlinder te zien vliegen. Kinderen rennen erachteraan. Dat doet iets met mensen.” Iets simpels als het tjilpen van een huismus kan er al aan bijdragen dat je je veilig voelt op een bepaalde plek. “We kijken naar kansen voor een wijk die invulling geeft aan de primaire behoeftes van de mens in het aangaan van contact met de natuur.”
“Des te groener een omgeving, des te fijner een mens zich daarin voelt”
Groen is verweven met alle andere functies die het gebied vervult, zoals wonen en werken. Floris Brekelmans noemt dat er de laatste jaren veel functies aan natuur zijn toegekend, zoals waterberging. “Maar we moeten ervoor waken dat we verbinding met de natuur niet uit het oog raken”, zegt hij. “Daar hoef je niet alleen functioneel naar te kijken. Ik denk dat dat voor de mens ook het meest waardevol is uiteindelijk. Des te groener een omgeving, des te fijner een mens zich daarin voelt.”
Bouwen met Erfgoed is een project van de gemeente Utrecht, architectuurcentrum AORTA en verschillende kennispartners. Doel is de archeologische waarde van het gebied vroegtijdig in kaart te brengen en de uitkomsten hiervan sturend te laten zijn bij toekomstige gebiedsontwikkelingen.
Lees verder
Floris Brekelmans
Floris Brekelmans is bioloog. Hij is opgegroeid op de Brabantse heide, waar zijn fascinatie voor natuur is ontstaan. Na zijn studie in Amsterdam is hij vooral werkzaam geweest in en rond stedelijk gebied. De boeiende interactie die mens, plant en dier met elkaar aangaan is voor hem een van de drijfveren in zijn werk. Hij ziet natuur in de stad als een belangrijke voorwaarde voor gezond stedelijk leven. Inmiddels werkt Floris vijf jaar als ecoloog bij gemeente Utrecht.