Datum: 18-10-2016
Heel wat input werd er verzameld tijdens het ‘Stadslab on tour’ event afgelopen 24 september in het Beatrixgebouw. In zeven themagesprekken werd daarbij door belanghebbenden, ambtenaren, experts en geïnteresseerde bewoners uitvoerig ingegaan op zowel de plannen en ambities als de strategie voor Het Nieuwe Centrum aan de westzijde van station Utrecht Centraal. Tijdens de door Aorta georganiseerde ‘Dialoog met de stad’ op donderdag 13 oktober werd verder gesproken over de uitkomsten van het Stadslab on tour. Welke ideeën zijn er komen bovendrijven? Kunnen ze de komende jaren worden ingezet in de realisatie van het nieuwe centrum? En zo ja, hoe?
Tekst: Maurice Hengeveld
Insteek
In vervolg op de zeven themagesprekken over Het Nieuwe Centrum, die plaatsvonden tijdens het Stadslab on Tour event op 24 september, organiseerde Aorta afgelopen donderdag 13 oktober een ‘dialoog met de stad’. Tijdens deze avond gingen circa 85 deelnemers opnieuw met elkaar in gesprek over de uitkomsten van de themagesprekken. Gezocht werd daarbij naar de samenhang tussen uitkomsten van de zeven thema’s. Kunnen ze elkaar versterken? Waar zit de overlap en waar zitten mogelijke tegenstrijdigheden? En wat is er nodig voor de volgende stap in het open proces? Tijdens de avond, onder leiding van moderator Bart Cosijn, gaf Leen de Wit als projectleider voor Het Nieuwe Centrum een uitvoerige analyse van de uitkomsten en beargumenteerde hij welke voorstellen wel en welke niet bruikbaar zijn voor het maken van de structuurvisie. Die zal, als uitwerking van de in de Toekomstvisie ‘Het Nieuwe Centrum: Healthy Urban Boost’ beschreven uitgangspunten, binnen het Stadslab nog dit jaar worden opgesteld. Deelnemers konden op de analyse van De Wit vervolgens weer reageren aan de hand van een aantal voorgelegde vragen.
Structuurvisie
Eerst maar even wat toelichting rond de status van die structuurvisie, er van uitgaande dat niet iedereen zicht heeft op of kennis van de procesgang bij stedelijke ontwikkeling. Een structuurvisie is een in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgesteld document, soms ook wel specifieker aangeduid als ruimtelijke structuurvisie. Iedere gemeente is verplicht om voor haar gehele grondgebied één of meer structuurvisies op te stellen ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het document speelt weliswaar een belangrijke rol in het ruimtelijke ontwikkelingsbeleid, maar blijft desondanks nogal abstract omdat ontwikkelingen slechts globaal worden gedefinieerd. Het bevat de hoofdlijnen van nieuwe ontwikkelingen van een gebied alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid, waarbij de samenhang met bestaand beleid – op het gebied van economie en recreatie bijvoorbeeld – duidelijk moet worden gemaakt. De structuurvisie moet een duidelijk en eerlijk beeld schetsen van waar en hoe de ontwikkelingen plaatsvinden. Het is alleen bindend voor de opsteller en het vaststellen van een structuurvisie is een bevoegdheid van de gemeenteraad. De structuurvisie moet digitaal beschikbaar zijn. In Utrecht is de volledige procesgang rond stedelijke ontwikkeling vastgelegd in het Utrecht PlanProces (UPP).
Reacties op Stadslab on tour
Waar door ziekte de geplande presentatie van Peter Jannink van MUST stedenbouw helaas verviel bleek er meer ruimte te zijn om aanwezigen te vragen naar hun beleving van Het Nieuwe Centrum en/of hun deelname aan het eerdere ‘Stadslab on tour’. Ingeleid door een sfeerverslag van die dag op video kwamen er vanuit de zaal wisselende reacties naar voren, van goed dat de stad wordt betrokken tot iets te veel op thema’s en onderwerpen aangestuurd door de gemeente. Ook het feit dat bij bijeenkomsten als deze telkens dezelfde groep betrokken Utrechters aanwezig is kwam ter sprake. Er zou een bredere groep inwoners betrokken moeten worden bij een belangrijk proces als dit en de betrokkenheid zou zich ook niet moeten beperken tot alleen de aanloop naar de ontwikkelingen. Zowel uit het sfeerverslag als uit de deze avond gedeelde reacties op het ‘Stadslab on tour’ werd duidelijk dat er rond het proces en de deelname daaraan hoge verwachtingen bestaan richting gemeente. Duidelijk bleek ook dat er door verschillende deelnemers nogal uiteenlopend werd gedacht over de ambities voor en invulling van Het Nieuwe Centrum.
Jaarbeurs volgt eigen route
Vervolgens was het aan Leen de Wit om toelichting te geven op het proces en duiding van de tijdens het ‘Stadslab on tour’ opgehaalde input. Daarbij lichtte hij nogmaals het gebied toe waarop de Structuurvisie betrekking zal hebben en de procedures die de stad daarna zal volgen met bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen. Ook liet De Wit weten dat Jaarbeurs Utrecht parallel aan de plannen voor Het Nieuwe Centrum zijn eigen Masterplan zal maken voor de, na de grondruil met de gemeente Utrecht verkregen, eigen gronden. Terechte verbazing daarover werd door een aantal aanwezigen direct geventileerd, want de ontwikkelingen bij Jaarbeurs hangen sterk samen met die op de aangrenzende gemeentegronden. Dat het Masterplan Jaarbeurs geen onderdeel van het lopende participatietraject is of wordt lijkt weliswaar onomstotelijk vast te staan. Of dat ook betekent dat Jaarbeurs daartoe zelf geen mogelijkheden biedt werd niet helemaal duidelijk. Verder ging het dan ook met een toelichting op de planning rond het proces van de structuurvisie en de, volgens De Wit, vooralsnog onomstreden opgave rond wat de werknaam Beurskwartier krijgt (naar een groter stadscentrum) en het Lombokplein (van verkeersruimte naar stadsruimte).
Duiding
Uit de op 24 september verzamelde input werd door het Stadslab een aantal zaken gepresenteerd om tijdens de dialoog deze avond verder over door te praten. Zo bleek dat van de gemeente werd gevraagd om lef te tonen rond de ambities voor het gebied – denk aan hoogbouw, mobiliteit en duurzaamheid- en daarbij vooral door te pakken. Voor wat betreft het Beurskwartier als kern van de centrumontwikkeling werd, volgens De Wit, de insteek van een innovatief, hoogstedelijk milieu met menselijke maat en een typisch Utrechtse uitstraling omarmd. Zo ook de insteek dat het Lombokplein een relaxte identiteit moet krijgen die gericht is op verblijven en ontmoeten. Met redelijk wat overeenkomsten in de gemeentelijke visie en die van Ontwikkelgroep Lombok Centraal lijkt daar wel overeenstemming over de uiteindelijke invulling te bereiken. Hoewel doorpakken gewenst lijkt is er echter ook de roep om vol in te zetten op participatie, samen stad maken en meer eigenaarschap. Geef ons een stadspark en nog wat meer groen kwam als opgave vanuit het ‘Stadslab on tour’ ook naar voren waarbij er keuzes voorliggen rond een park als het Lepelenburg of meer groene routes en rondjes die niet alleen oost-west gericht zijn maar ook noord-zuid.
Dialoog
Fijnmazige (nieuwe) verbindingen binnen het gebied, voornamelijk gericht op fietsers en voetgangers, bleek ook een punt van belang. Sowieso lijkt het gewenst om het zwaartepunt bij mobiliteit op die groepen gebruikers te richten en de auto slechts als gast toe te staan. Dat kan door onder andere fors in te zetten op deelauto’s, fiets, OV, slimme bevoorrading en een streng parkeerregime. De vraag hoe in te spelen op alle toekomstige ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit was er dan ook één die tijdens de vervolgdialoog deze avond aan de aanwezigen werd voorgelegd. Daarbij stond in alle vragen voornamelijk het hoe centraal. Hoe bijvoorbeeld bereiken we een inclusieve stad? Hoe zorgen we voor een menselijke maat in een hoogbouwomgeving? Hoe gaan we aan de slag met eigenaarschap? Interessant daarbij waren ook deze avond de verschillen in de geleverde input. Zo werd onder andere gesteld dat veel hoogbouw hoort bij een dergelijke stedelijke centrumontwikkeling terwijl ook werd gesteld dat de meest dicht bebouwde steden van Europa niet hoger gaan dan 8 bouwlagen. Als aanvulling daarop werd nog meegegeven dat dichtheid, wat meer om aantallen gaat, niet hetzelfde is als verdichting en/of hoogbouw, wat gaat om het toevoegen van bouwvolume. Ook werd er geopperd om de eerder met ‘doorpakken’ gesuggereerde haast nou juist niet in het proces toe te laten en het proces zelfs anders in te richten met een nadrukkelijke stadsbrede vraag om hulp. En er werd voorgesteld om van de ontwikkelingen een proeftuin te maken op het gebied van bijvoorbeeld mobiliteit en duurzaamheid.
Wat is een centrum?
Het gaat te ver om hier alle input en ideeën van deze dialoog te laten passeren. Daarmee gaat het Stadslab binnenkort vanzelfsprekend aan de slag om de conclusies en leerpunten daaruit in een vervolgbijeenkomst te presenteren. Een aantal vragen kwamen echter voorbij die interessant zijn hier te delen. Enerzijds was dat de vraag ‘wat bedoelen we precies met centrum?’ en ‘zijn daar goede voorbeelden van?’. Anderzijds was dat de vraag om ‘een goede regelmatige stroom van relevante informatie via bijvoorbeeld wijknieuwsbrieven’ en ‘het benoemen van thema’s waar je écht vanuit bewoners invloed op kunt uitoefenen’ om zo het eigenaarschap te vergroten. Er blijkt uit dat het aangaan van de dialoog met de stad op momenten als deze tot uiteenlopende, verfrissende, inhoudelijke en wezenlijke ideeën en vragen leidt waar je als gemeente niet omheen kunt. Het is dan ook zeker interessant om te zien hoe de gemeente dit proces verder vorm zal geven en of betrokkenen hun input daarin gaan terugzien! Wie op zoek is naar wat Het Nieuwe Centrum een typisch Utrechtse uitstraling kan geven kan tenslotte het beste beginnen bij het organiseren van een optimale participatie door Utrechters zelf.
Maurice Hengeveld
Maurice Hengeveld is freelance tekstschrijver-redacteur-journalist en tevens als pr/communicatiemedewerker verbonden aan het gebiedsproject Meer Merwede. Hij werkte voorheen als hoofdredacteur bij DUIC.nl en als coördinator pr/communicatie bij De Kargadoor. Maurice richt zich voornamelijk op storytelling, brand journalism en web content strategie en schrijft graag over zijn stad: Utrecht.