Datum: 19-04-2022
In het landelijk gebied ontwikkelt zich een discussie die in stedelijke gebieden al langer loopt: het gevecht om de ruimte. Is het nog verantwoord om functies te scheiden en in het verlengde daarvan, is het verantwoord om agrarische grond te herbestemmen?
Door: Eveline Paalvast
Deze column is onderdeel van de publicatie Routes naar het Landschap van Verlangen over zonne-energieproductie als aanjager voor landschapsontwikkeling. Met ontwerpvoorbeelden, columns en een routekaart biedt deze publicatie inspiratie en inzichten voor iedereen die te maken heeft met de komst van zonnevelden.
Want dat is wat er gebeurt, als een akker ingezet wordt voor de opwek van energie, bijvoorbeeld door zonnepanelen. Deze zonnepanelen worden over het algemeen strak in het gelid geplaatst, in de juiste hoek en richting, voor de hoogste opbrengst. Gezien vanuit efficiëntie en snel meters willen maken is dit een voorstelbare route. Het verlies van vruchtbare grond wordt gecompenseerd door stabiele opbrengsten voor de boer, die kan rekenen op een huurvergoeding. Ook dat is voorstelbaar in een tijd waar de landbouwtransitie voor onzekerheid zorgt. Toch worden deze zonnevelden over het algemeen verstopt achter een haag en een hek. Kan dat beter?
Dat vraagt om beter kijken. Kijken naar wat het landschap betekent, voor de boer, de burger en de toekomst. Het landschap kun je lezen als een verhaal. De belangrijkste kwaliteit van het Groene Hart is het open landschap. Rivieren doorsnijden veenweidegebieden en grote plassen, waar historische stadjes en landgoederen liggen. De openheid is een groot contrast met de ring van grote steden er omheen. Water is alom aanwezig en is nergens anders in Nederland zo bepalend voor het land. Dat land wordt gebruikt door mensen, een cultuurhistorische ontwikkeling die bepaalt wordt door nieuwe trends en economische ontwikkelingen. Tegelijk is dat de grootste verandering van de afgelopen decennia in het aanzicht van het gebied. De landbouw is de dominante gebruiker en die is mono-functioneler en grootschaliger geworden. Dat zie je onder meer terug in vermindering van biodiversiteit en soortenrijkdom. Linten zijn meer bebouwd, de grotere opstallen ver naar achteren op het perceel geplaatst zonder landschappelijke inpassing. Toch is een rigoureuze ruilverkaveling uitgebleven, en juist de cope verkaveling behouden. Gelukkig, goede kwaliteiten worden gekoesterd!
Er komt veel op het gebied af: bodemdaling, de energietransitie, de landbouwtransitie, vermindering van biodiversiteit, druk op recreatiegebieden, behoefte aan nieuwe woongebieden vanuit de steden, waterberging en de gevolgen van klimaatveranderingen in de brede zin. Een complexe opgave waar het verleidelijk voor is om ze één voor één op te pakken. Toch werkt dat niet; de opgaven zijn te veel met elkaar verbonden om ze zonder elkaar te doorgronden. En dat vraagt om een integrale aanpak van elke ontwikkeling, groot en klein.
Wat te doen met zo veel opgaven en belangen? En de behoefte aan tempo? Leidt al dat stapelen van ambities niet tot onmogelijke kosten en een slap compromis? Of blijken de eisen niet realistisch omdat ze onderling strijdig zijn? Het is nodig om de thema’s, ambities en wensen te verkennen. Grondige analyses en het combineren van mogelijk tegenstrijdige belangen kan leiden tot nieuwe inzichten. Gebruik deze voor het ontwikkelen van verschillende scenario’s. Dat maakt ook dat er wat te kiezen valt, en ga het gesprek aan. Maar wie maakt deze verkenningen, analyses en scenario’s? Of beter gezegd: met wie? Dat wordt bepaald door je doelen: als je functies wilt combineren, zorg dan dat die expertise aan tafel zit. Bundel die kennis. En kijk daarbij zorgvuldig: een landschapsarchitect is geen productontwerper, en een boer geen bouwer. Vergeet de erfgoeddeskundige niet, met een schat aan kennis over de ontstaansgeschiedenis. Erken wat je nodig hebt, en durf hier in te investeren.
Er is immers een gezamenlijk doel: het versterken van de toekomst van het gebied met respect voor het landschap en de (toekomstige) gebruikers. Een ruimtelijke ingreep is ook een culturele daad. Nieuwe aanpassingen zijn altijd een breuk met het bestaande, met wat we al kennen. Het is het zoeken naar wat er wel kan. Zet daarvoor de kracht van ontwerpers in: zij kunnen de opgaven verbinden en verbeelden, zij werken met een precisie en aandacht voor het landschap en haar gebruik, en kunnen dit verbinden met ruimtelijke kwaliteit.
Geef dus een helder proces vorm en benut die creatieve kracht van ontwerpers om nieuwe verbanden tussen complexe opgaven te destilleren, te verbeelden en te analyseren. Sta open voor nieuwe inzichten en ontdek nieuwe patronen. Maak gebruik van de onzichtbare kwaliteiten zoals structuren in de ondergrond. Organiseer vooral een proces waar ruimte is voor dialoog. Maak duidelijk wat er speelt en benoem de verschillen tussen korte en lange termijnen. Zo leert een gemeenschap wat er mogelijk is, en wat ze willen voor nu en de toekomst. En belangrijk is: schuren mag, loslaten niet!
Eveline is directeur van onafhankelijk platform AORTA. Zij richt zich op het verbinden van partijen rond actuele maatschappelijke vraagstukken in de regio Utrecht en zet de rol van ontwerpen in, om samen te zoeken naar een beter ontwerp voor de leefomgeving.