Datum: 22-11-2017
Het verhaal van Overvecht lijkt vastomlijnd. De wijk werd vanaf 1960 gebouwd op opgespoten zand in de polder. Binnen een rechthoekig raster van parken en wegen kwam een strikte indeling van woonbuurten, winkelgebieden en zones voor scholen, kantoren of bedrijven. Een kleine stad bijkans, die in 2007 door minister Vogelaar in zijn geheel op een lijst met probleemwijken werd geplaatst. De plek op die lijst bevestigde het vooroordeel nog eens van Overvecht als onveilige, verloederde hoogbouwenclave.
Tekst: Martine Bakker
Wie in de wijk woonde, werkte of er een kind op school had wist beter. Natuurlijk konden de gezondheidscijfers beter, was er in sommige delen overlast en waren de Vogelaargelden welkom. Maar een ruime wijk als Overvecht bood ook de kans om je eigen plan te trekken. Denk aan de Cantina bij de atletiekbaan of de Buurtlandwinkel op Gagelsteede. De afgelopen tien jaar is ondernemerszin in Overvecht gestimuleerd. Er zijn allerlei projecten georganiseerd, programma’s opgezet en sociaal-maatschappelijke en culturele initiatieven opgestart.
Wat de woningvoorraad van driekwart sociale woningbouw betreft – die kan beschouwd worden als een probleem, maar in Overvecht benadrukt men liever de belangrijke functie die de wijk daardoor heeft voor de stad. ‘Overvecht biedt de minder veerkrachtige Utrechters de kans om op orde komen’, legt wijkregisseur Marjan Wertwijn uit. ‘Het idee is om ze vanuit de wijk vervolgens te laten meekomen en zelfs verder komen.’
Kansen voor de Vechtzone
De ruimtelijke potentie van Overvecht, oftewel de vraag wat de openbare ruimte in positieve zin voor de wijk kan betekenen, werd in 2016 onderzocht in het kader van de Internationale Architectuurbiënnale Rotterdam (IABR). Een van de uitkomsten was dat de ligging aan de Vecht eigenlijk helemaal niet werd benut. Overvecht ligt zelfs min of meer met zijn rug naar de rivier. Omdat in de zone langs de Vecht al redelijk wat veranderd is en nog meer veranderingen op stapel staan, organiseert Architectuurcentrum Aorta het atelier Kracht van (Over)vecht. De komende drie maanden zal een team van jonge ontwerpers en adviseurs onder leiding van Jandirk Hoekstra (H+N+S Landschapsarchitecten) onderzoek doen en een kansenkaart opstellen.
Een kansenkaart kan richting geven als er voor specifieke locaties plannen worden uitgewerkt – ook bij reeds vastgestelde projecten. Daarnaast kan de kaart input bieden bij het opstellen van de Omgevingsvisie Overvecht, die verplicht is door de nieuwe Omgevingswet (per 2021). De kansenkaart is gelaagd. Hij maakt duidelijk hoe de Vecht qua inrichting en gebruik een prominentere plek kan krijgen in de wijk. Hij sluit aan bij de ambities van Utrecht door aan te geven wat de mogelijkheden zijn voor de overstap naar duurzame energie en andere duurzame ontwikkelingen, en door te kijken hoe piekbuien en extreme droogte kunnen worden opgevangen. En hij benoemt de kansen voor ondernemers in het gebied – en de betekenis daarvan voor de wijk. Anders dan bij de meer theoretisch ingestelde IABR, is het bij het atelier de bedoeling dat de bewoners en ondernemers meedenken en meepraten over de kansen.
Inzoomen op het gebied
Op woensdagmiddag 15 november was de eerste bijeenkomst. Een expeditie op de fiets werd gevolgd door presentaties en discussies over onder meer de toekomst van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) aan de Vecht. Momenteel worden de installaties vernieuwd waardoor de strook grond met de oude installaties binnenkort braak komt te liggen voor een periode van dertig tot veertig jaar. Die zou dan tijdelijk een nieuwe bestemming kunnen krijgen. Ook de bestaande gemeentelijke stedenbouwkundige visie voor Overvecht, de ecologie en waterhuishouding van de wijk, het gemeentelijke energieprogramma – heel Utrecht in 2030 klimaatneutraal, te beginnen Overvecht Noord – en de architectuurhistorie kwamen aan de orde.
Dat er geen verbinding zou komen tussen de Vecht en de Brailledreef was bij de aanleg van de wijk een vaststaand gegeven, vertelde architectuurhistorica Bettina van Santen. Het RWZI-terrein was al in de jaren vijftig aangelegd. Pal aan de Vecht lag een autosloperij en ook de boten van de Utrechtse prostituees maakten de rivier een weinig logische plek om gezellig te vertoeven – tot de jaren negentig liep er over het Zandpad niet eens een fietspad en laveerde je gevaarlijk tussen de stapvoets rijdende auto’s door.
Park Vechtzoom
Meer westelijk langs de Vecht, waar nu Park Vechtzoom ligt, waren wel verbindingen mogelijk geweest. Ook hier hebben de achterliggende woonbuurten echter geen spetterende relatie met de rivier. Wat er met deze strook zou gebeuren hielden de stedenbouwkundigen van Overvecht lang open. Er zijn schetstekeningen gemaakt waarop de flats tot aan de rivier reiken, maar eind jaren zeventig viel de keuze uiteindelijk op een functioneel volkspark. De boerderijtjes en hovenierswoningen aan de Vechtdijk waren bestemd voor kunstenaars en zouden deel uitmaken van het park.
De kersverse bewoners van Overvecht hielden dit plan echter tegen. Zij wilden het gebied het liefst zo laten als het was en daar is naar geluisterd. Anno 2017 blijkt de waterhuishouding in het park beter bestand tegen extreme regenval dan het opgespoten deel van de wijk, waar de oude polderstructuur rücksichtlos verdween. Voor de noodzakelijke sportvelden kwam een compact complex naast de Einsteindreef en de woningen en landjes aan de dijk bleven privé-bezit. Het onnadrukkelijke van Park Vechtzoom wordt door de bewoners van nu nog steeds gewaardeerd, gaven zij op 15 november aan.
Toch zou gemeentelijk stedenbouwkundige Leon Borlee graag iets meer dwarsverbindingen maken tussen de Vecht en het Noorderpark. Een prominente fietsroute tussen de Weerdsluis in het centrum en Fort aan de Klop zit in elk geval al in de pijplijn, en met een dwarsverbinding zou je vanaf de Vecht dan zo naar Fort Ruigenhoek kunnen fietsen. Borlee denkt dat zulke routes de perceptie van Overvecht kunnen veranderen, wat van belang is omdat ‘we willen dat iedereen hier iets te zoeken heeft.’ Hetzelfde argument geldt voor de eventuele uitbreiding van het sportcomplex met hockeyvelden en extra ingang aan het Zandpad.
Groene routes
Het is de bedoeling dat de toekomstige verbindingsroutes de historische rasterstructuur van Overvecht bestendigen – ze lopen door bestaande parken of langs bestaand water. Dergelijke groene verbindingen kunnen ook de ecologie ten goede komen. Wanneer gemeentelijke adviseur Groen en Stadsecologie Mies van Aar vertelt dat langs de Vecht bijzondere dieren voorkomen, zoals kleine marters, vleermuizen, de ringslang en de kleine watersalamander, reageren de bewoners enthousiast. ‘In de vierde stad van het land een ringslang aantreffen, hoe leuk is dat!’
Zij zijn sowieso gespitst op meer groen in de wijk. Nu de boten van de prostituees verdwenen zijn opteren de bewoners voor een groene rivieroever, waarbij ze benadrukken dat er daarnaast moet worden nagegaan wat de jongeren in de wijk met de Vecht willen. In plaats van de boten wordt overigens parallel aan de Einsteindreef het ‘Nieuwe Zandpad’ ontwikkeld, wat veel weerstand oproept bij bewoners die wijzen op de negatieve effecten en de overlast van geconcentreerde raamprostitutie vlakbij de woonwijk. Daarnaast zijn er zorgen rond de verkeersdruk en het parkeerplan.
Route over RWZI-terrein
Mogelijk tijdelijk gebruik van de strook op het RWZI-terrein kan juist rekenen op enthousiasme. Ook hier denken de bewoners aan tuinen. Eventueel in combinatie met tiny houses voor tijdelijke bewoning en groene parkeerplekken voor het sportterrein aan de Loevenhoutsedijk. Daarnaast staat een leuke, snelle verbinding tussen het grootwinkelcentrum en de Vecht bovenaan hun lijstje.
Volgens Annelien Ter Meer-Ronda, omgevingsmanager van De Stichtse Rijnlanden, concentreert het waterschap zich momenteel op de nieuwbouw [fase 2, red]. De sloop [fase 3, red.] begint op zijn vroegst in 2019. Er wordt wel al verkend wat de opties zijn voor tijdelijke herinrichting [fase 4, red.], waarbij onder andere eerst gekeken zal moeten worden of de grond mogelijk vervuild is. Een scenario zou kunnen zijn dat de enorme ronde bakken van acht meter diep blijven staan. Daarop reageren de aanwezige bewoners verbaasd en geprikkeld – in het gesprek dat zij eerder met de RWZI voerden leek veel meer mogelijk.
Commitment
Het is niet de eerste keer deze middag dat bewoners grip proberen te krijgen op hun inbreng. De aanwezige bewoners en ondernemers uit de wijk tonen zich betrokken en zijn wars van vrijblijvendheid. Zij vragen expliciet aan wie de kansenkaart is geadresseerd. Dromen vinden zij zonde van hun tijd als niet eerst duidelijk is wat vaststaat, dus wat de grenzen van die dromen zijn. Als de sterke fluctuatie van het waterpeil – handig om invloed op te hebben in verband met het zaaien en ontkiemen van de planten op een groene oever – door beheerder van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Wilfried van Leeuwen wordt toegeschreven aan een ander waterschap, stelt Yet van den Bergh van Cantina: ‘Ga dan met die mensen praten!’
De bewoners en ondernemers zoeken kortom naar hun eigen verantwoordelijkheid en wijzen andere partijen op de hunne. En dat is positief, want een kansenkaart werkt het beste als betrokkenen zich aan de kansen committeren. In de slotronde van de middag blijkt de meerwaarde van onafhankelijke experts en ontwerpers in dit proces. Hoewel deze middag ook voor de atelierleden een eerste kennismaking was met het gebied en betrokken partijen en pas hierna aan de slag gaan, geven ze toch alvast een eerste indruk.
Zo zijn ze geïntrigeerd door de combinatie van sport en prostitutie aan de kop van de Einsteindreef, zijn ze benieuwd of er iets mogelijk is met de natuurlijke stroming in het gebied en willen ze onderzoeken hoe het groen in Overvecht wordt gebruikt. Vanwege de commotie rond het RWZI-terrein draagt Robbert Maas van SOON (‘de schakel naar sociaal ondernemen’) het geruststellende voorbeeld aan van De Ceuvel in Amsterdam Noord. Hier worden woonboten op het droge gebruikt als werkruimte, dienen vlonders als paden en zijn de planten daaronder speciaal gekozen vanwege hun capaciteit om de vervuilde grond op te schonen. Een voorbeeld dus waar de patstelling van onbruikbare vervuilde grond versus bruikbare schone grond is omgezet in een vat vol mogelijkheden.
Wordt vervolgd
De komende weken komt het atelier bij elkaar om de opgehaalde informatie te verwerken en uit te diepen. Op woensdag 10 januari organiseert Aorta een tweede bijeenkomst waar het team zijn denkrichtingen voorlegt aan genodigde bewoners, ondernemers en experts. Na de tweede bijeenkomst gaat het team aan de slag met het uitwerken van de kansenkaart, die eind februari wordt gepresenteerd.
Presentaties gebiedsexperts [15 november]
Marjan Wertwijn [wijkregisseur Overvecht, gemeente Utrecht]
Goos Boelhouwer [adviseur Klimaatadaptatie, De Stichtse Rijnlanden]
BETTINA VAN SANTEN, [ADVISEUR CULTUURHISTORIE, GEMEENTE UTRECHT]
Anne-Jo Visser [programmamanager Energie, gemeente Utrecht]
Martine Bakker is als architectuurhistoricus gespecialiseerd in moderne en hedendaagse architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. Zij is redacteur bij Uitgeverij Blauwdruk en werkt freelance aan artikelen, eindredactie en het organiseren van debatten. In 2017 is zij stedelijk redacteur voor AORTA.