Datum: 27-09-2022
In het magazine Hoog Gebouw(d) wordt op verschillende manieren gekeken naar hoe hoger bouwen aantrekkelijk kan worden om in te leven. Want hoger bouwen is een middel om meer mensen een woning te bieden in tijden van woningschaarste.
Het magazine laat vijf praktijkvoorbeelden zien met elk een eigen invalshoek, variërend van het verbinden van ambities op het gebied van duurzaamheid, gezondheid, betrekken van bewoners, het mengen van sociale huur met koop of hun specifieke ligging. De voorbeelden bieden inspiratie voor overheden en opdrachtgevers die met hoger bouwen aan de slag (willen) gaan. Eveline Paalvast van AORTA destilleert acht interessante lessen uit de besproken projecten.
-
Betrek de publieke ruimte bij het ontwerp
Waar vroeger functies werden gescheiden is mengen helemaal terug van weggeweest. Met de schaarse ruimte in Nederland is functiemenging ook een vereiste geworden. Dat biedt kansen om slimme combinaties te maken die de publieke ruimte verlevendigen en gebouwen verbinden met de buurt. In deze publicatie zien we daar interessante voorbeelden van.
-
Integreer het gebouw in het landschap
Een gebouw dat onderdeel wordt van de groene structuren in de omgeving verandert in een biotoop voor plant, dier en de mens. Er is veel mogelijk met groenvoorzieningen op hoogte door toepassing van nieuwe drainagetechnieken die water tappen uit het opgevangen regenwater. Daarmee wordt tevens overbelasting van de riolering met regenwater verminderd, zeker ten tijde van extreme regenval. Het vraagt ook om goede detaillering van de gevels en het creëren van schuilplekken voor dieren in combinatie met de juiste beplanting. Verleng je het landschap in en aan het gebouw zelf, dan vergroot je het groen in de woonomgeving enorm. Zo groeit groen mee met de bebouwde omgeving. En groen draagt bij aan een betere gezondheid!
-
Bewoners delen voorzieningen
Als niet iedere bewoner een eigen wasmachine, parkeerplaats of tuin heeft, is er minder ruimte nodig. Dat scheelt niet alleen bouwvolume en kosten per woning maar reduceert ook CO2. Bijkomend voordeel is dat de sociale cohesie wordt gestimuleerd omdat bewoners elkaar ontmoeten bij het delen van gezamenlijke voorzieningen. Ook het realiseren van gemeenschappelijke voorzieningen en binnentuinen met bijvoorbeeld een (buurt)moestuin, ondersteunt nieuwe vormen van samenleven. De ontwikkelingen van deze nieuwe vormen van samenleven gaan snel, er is een toenemend aanbod van betrouwbare, nieuwe vormen van mobiliteit zoals deelauto’s, deelfietsen en snel toegankelijk OV.
-
Diversiteit in het woningaanbod
In deze publicatie worden twee voorbeelden beschreven van projecten waarbij zowel sociale huur als koopwoningen zijn gerealiseerd. In Zeist en Amersfoort zijn twee wijken geheel vernieuwd. Dat vereiste een stapsgewijze ontwikkeling per woonblok en intensieve begeleiding van zittende huurders. De huurwoningen zijn nu van een hoge kwaliteit. Dit bewijst dat woonkwaliteit en sociale huur prima samen kunnen gaan. Maar de uitdaging blijft bestaan: de behoefte aan sociale huur is erg groot terwijl het aanbod achter blijft. Het gevolg zijn lange wachtlijsten, zeker voor de kwalitatief goede sociale huurwoningen.
-
De kracht van samenwerking
Er zijn ook kritische noten over de inrichting van het proces dat nog veel meer gericht kan zijn op heldere communicatie. Een effectieve samenwerking tussen partijen als gemeenten, projectontwikkelaars en aannemers is bepalend voor een succesvolle woonlocatie op de lange termijn. Deze samenwerking kan nog veel meer gericht zijn op heldere communicatie. Er staat meer op het spel dan alleen een gebouw realiseren met de bijbehorende complexe financieringsvraagstukken en bouwkundige uitdagingen. Om tot een leefbare woonomgeving te komen moeten de verschillende partijen elkaar langdurig vast willen blijven houden, en voortdurend aan de ambitie van een goede stad willen blijven werken waarbinnen zij de eigen belangen inpassen. Dat vraagt om open communicatie en eerlijk zijn in wat er wel en niet kan. Schuren mag, loslaten niet.
-
Onderzoek de betekenis van de locatie
In de naoorlogse periode veranderde de manier van bouwen. Een nieuwe bouwlocatie gold als een leeg canvas waar de nieuwe maatschappelijke idealen konden worden vormgegeven. Door volumes te herhalen in identieke stempels en gebruik te maken van nieuwe bouwtechnieken kon er seriematig worden gebouwd. Tegenwoordig leggen stedenbouwkundige plannen meer relatie met de locatie: wat past er op deze plek, hoe verhoudt het zich tot de historische structuren, wat brengt de ondergrond, hoe zitten de groenstructuren in elkaar, hoe wordt het gebied gebruikt en hoe combineren we dat met de maatschappelijke ambities op het gebied van klimaat, samenleven, werken en ecologie? Begin bij de stedenbouwkundige betekenis van het bouwproject voor de directe omgeving en de hele stad. Kortom, hoe draagt een nieuw bouwproject bij aan de identiteit van haar directe omgeving en de stad in het algemeen.
-
Blijf betrouwbaar voor bewoners en omwonenden
Het betrekken van bewoners en omwonenden vraagt om een zorgvuldig proces en een betrouwbare betrokkenheid van de opdrachtgevers. Zo laten de corporaties uit deze publicatie zien dat zij, met hulp van de gemeenten, in staat zijn om het proces van sloopnieuwbouw langdurig te begeleiden, ook nadat de projecten zijn gerealiseerd. Het vroegtijdig ophalen van de wensen en zorgen van omwonenden kan ook aan marktpartijen gevraagd worden. In het voorbeeld van het Platform zijn de lijstjes van omwonenden meegegeven aan de marktpartijen om te verwerken in hun schetsontwerp voor de tender.
Vragen naar waarom bewoners iets wel of niet willen, is veel nuttiger dan vragen naar wat ze willen. Het geeft inzicht in hun motivatie, en biedt ruimte om wensen mee te nemen in het ontwerp. Als de opdrachtgever ook aangeeft te willen selecteren op het vroegtijdig betrekken van de toekomstige bewoners en omwonenden, dan kunnen de opdrachtnemers dat niet negeren.
-
Denk en handel integraal
Het combineren van functies vereist een integrale blik op gebiedsontwikkeling. Zorg dat je als opdrachtgever goed bent toegerust om integraal te handelen. Zo vraagt het koppelen van ambities om samengestelde teams. Zorg ook dat je als opdrachtgever weet wat de randvoorwaarden voor de uitvraag zijn. Investeer vooraf in een goede analyse van de (on)mogelijkheden, bijvoorbeeld met ontwerpend onderzoek. Zo krijg je de potentie van een bouwlocatie beter in beeld en kun je de uitvraag beter stellen. Het is cruciaal dat er voldoende kennis bij opdrachtgevers is om goed te kunnen beoordelen of combinaties van ambities realistisch zijn, ook vanuit financieel oogpunt. Volg daarbij goed de technische ontwikkelingen in hoogbouw want die gaan momenteel erg snel waardoor meer mogelijk is dan in het verleden.
Tot slot
De voorbeelden in Hoog Gebouw(d) laten zien dat hoger bouwen een goede bijdrage kan leveren aan een gezonde leefomgeving en tegelijkertijd een bij kan dragen aan het wegnemen van de woningschaarste, zonder onnodig veel onbebouwde ruimte op te slokken. De lessen die we hebben geleerd laten zich goed samenvatten in het volgende: goed opdrachtgeverschap begint met het lef om vooraf tijd te nemen om goed te doorgronden wat de draagkracht is van een gebied en haar bewoners in relatie tot de gestapelde ambities die er liggen. En dan doorpakken door heldere keuzes te maken op basis van kennis en een gedeelde ambitie van de betrokken partijen. Op naar een toekomst in de hoogte!
Rol van AORTA
Voor Hoog Gebouw(d) werkte AORTA nauw samen met de Provincie Utrecht. Vanuit onze onafhankelijke rol kunnen we partijen verbinden, dilemma’s en kansen bloot leggen en die op constructieve wijze bespreekbaar maken. Dat doen we door een zorgvuldige procesbegeleiding te koppelen aan inhoudelijke deskundigheid. Onderzoek en ontwerp zijn daarbij belangrijke middelen om (nieuwe) maatschappelijke vraagstukken te adresseren, te verbeelden en toekomstige denkrichtingen te laten zien.
Voor Hoog Gebouw(d) hebben we dit proces begeleid en het redactionele werk verzorgd, met deze publicatie als eindresultaat. Meer weten over AORTA en wat we voor je kunnen betekenen? Neem contact op met Eveline Paalvast, epaalvast@aorta.nu.