Datum: 14-06-2017

Utrecht zit er warmpjes bij dankzij twee elektriciteitscentrales aan het Merwedekanaal. Voor een bezoek is een beetje moed vereist.

Tekst Arjan den Boer
Fotografie Renzo Gerritsen

Niet alleen het zonnige winterweer deed mij denken aan m’n eerste skiles, ook de veiligheidsschoenen, bril en helm en de lichte zenuwachtigheid. Om toegang te krijgen tot de Centrale Lage Weide deden we vooraf een online ‘veiligheidsexamen’ vol explosie- en elektrocutiegevaar. Nu heb ik op mijn zoektocht naar bijzondere gebouwen heel wat daken bestegen en vochtige kelders betreden, maar een held ben ik niet. Fotograaf Renzo Gerritsen daarentegen stond te popelen; hij ketent zich het liefst ’s nachts vast bovenop torenflats.

Foto Renzo Gerritsen

Foto Renzo Gerritsen

We werden bij de Centrale Merwedekanaal (1925) aan de Keulsekade opgewacht door Bert Zwierink, die er al dertig jaar werkt als (hoofd)werktuigkundige, teamleider en asset manager. Van daar zouden we oversteken naar de Centrale Lage Weide, in de jaren vijftig gebouwd toen Utrecht steeds meer energie nodig had. Tegenwoordig zijn beide centrales van Eneco, oorspronkelijk van PEGUS: het Provinciaal En Gemeentelijk Utrechts Stroomleveringsbedrijf.

Ik kende wel verhalen over een tunnel onder het Amsterdam-Rijnkanaal, maar kon nu zelf ervaren dat hij echt bestaat. De tunnel is in 1957 aangelegd als 140 meter lange verbinding tussen de oude en nieuwe centrale. Er liggen dikke buizen met restwarmte van de elektriciteitscentrale voor de stadsverwarming. Koud was het dus niet onder het Amsterdam-Rijnkanaal, ondanks de winterse temperaturen. Voor Renzo was de dag al geslaagd voordat we ons doel bereikt hadden.

Schoorsteen
Langs het kanaal, en de inham die Energiehaven heet, bekeken we oude loskades en betonnen opslagvakken, en resten van een transportsysteem, uit de tijd dat de centrale op kolen gestookt werd. Op foto’s uit de jaren vijftig zie je hier hoge zwarte bergen.

We stopten aan de voet van de imposante schoorsteen die iedereen kent, want hij vormt met 148 meter het hoogste punt van Utrecht. Hij is niet meer in gebruik maar — na het nodige lobbywerk — behouden als industrieel monument. Tot in de jaren negentig was de schoorsteen deel van een duo, en ooit stonden er zelfs drie: één voor elk van de drie uitbreidingen van de centrale in de jaren vijftig, zestig en zeventig.

Foto Renzo Gerritsen

Foto Renzo Gerritsen

Bij de overname in 2015 heeft Eneco klimmers ingeschakeld om het enorme Nuon-logo van de schoorsteen te verwijderen (en wijselijk besloten geen nieuw logo aan te brengen). Renzo raakte hierdoor geïnspireerd om de schoorsteen ooit eens van binnen te beklimmen voor een fotoverslag.

We kwamen langs de gigantische groen-glazen wand die ik goed kende vanuit de trein. In 2005 is de centrale hier ‘afgeknipt’. De toenmalige eigenaar, het Amerikaanse Reliant, wilde af van de overbodig geworden oudste gedeeltes. Anderen wilden het karakteristieke gebouw juist geheel behouden, als ‘een Nederlands Tate Modern’, maar kosten en veiligheidsregels maakten herbestemming lastig. Toen gedeeltelijke sloop onontkoombaar was drong Welstand aan op een zo scherp en transparant mogelijke ‘knip’. Enkele oude kozijnen steken op de hoek zelfs een stukje uit. In de glaswand is de oorspronkelijke eerste steen herplaatst, gelegd op 30 oktober 1956.

Juliana
Onze gids Bert heeft alle veranderingen de afgelopen decennia zelf meegemaakt: de uitbreidingen, de inkrimpingen, de overnames (PEGUS, UNA, Reliant, Nuon, Vattenfall, Eneco). Hij vertelde dat na de eerdere omschakeling op gas de volgende energietransitie gaande is. Binnenkort start de bouw van een — omstreden — biomassacentrale.

PEGUS gaf de opdracht voor de centrale in 1950 aan architect Ad van der Steur, die al eerder centrales had ontworpen, maar ook Museum Boijmans van Beuningen. Toen hij plotseling overleed heeft George Hamerpagt het ontwerp in zijn geest voltooid: een tussenvorm tussen modern en traditioneel. Het betonnen casco kreeg bakstenen gevels met verticale vensters. Hamerpagt voegde enkele klassieke elementen toe, zoals kroonlijsten rondom en zuilen bij de entree van het dienstgebouw, dat haaks op de centrale staat aan een voorplein.

Foto Renzo Gerritsen

Foto Renzo Gerritsen

De hoge en lichte entreehal wordt gedomineerd door een mozaïek van de Utrechtse kunstenaar Jan Boon, met de naam PEGUS en stad- en provinciewapen in zwart-wit met rode accenten. Tijdens ons bezoek werd het prachtig belicht door de laagstaande winterzon. We namen de trap waarover op 14 juli 1959 koningin Juliana liep bij de officiële opening, de leuningen met bloemen versierd. Bovenaan zag ik een gedenksteen met een beeltenis van toenmalig president-directeur Ir. A.J. Mijnlieff, ‘naar wiens plannen en onder wiens bezielende leiding deze centrale tot stand is gebracht’.

Onbemand
Het dienstgebouw met z’n kantoren, kantine, werkplaatsen en sanitair ligt er momenteel verlaten bij; de enige mens die we tegenkwamen was een schoonmaker. Vroeger werkten er zo’n 1.200 mensen in de centrale, tegenwoordig draait hij onbemand. Vandaar dat Reliant het dienstgebouw ook wilde slopen, maar dat kon worden afgewend. Inmiddels is het complex een gemeentelijk monument. Eneco gaat het herbestemmen als EnergyCampus met start-ups en kennisinstellingen rond duurzame energie.

We betraden tenslotte ‘Lage Weide 6’, een warmtekrachtcentrale die ongeveer 500.000 huishoudens van stroom en 150.000 van warmte voorziet. We liepen rond met een zeker ontzag, onwillekeurig voorzichtig (‘niet tegen een schakelaar aanlopen’). Het contrast tussen de hoge oude muren, de lichte glazen wand, de enorme technische installatie en de brandschone tegelvloer werkte vervreemdend. In deze immense hal voelt een mens zich nietig; op de foto’s van Renzo zijn Bert en ik slechts geel-oranje stippen.

Op de Dag van de Architectuur Utrecht – zaterdag 17 juni – heb je de kans de Pegusfabriek te bezoeken tijdens een lezingenprogramma met tour. Onder andere Arjan den Boer zal een lezing geven. Meld je aan voor 10 of 11 uur.

Foto Renzo Gerritsen

Foto Renzo Gerritsen

Foto Renzo Gerritsen

Foto Renzo Gerritsen


Arjan den Boer is publicist en rondleider op het gebied van monumenten en architectuur. Hij schrijft onder andere voor de Utrechtse Internet Courant over vergeten gebouwen. Daarnaast draagt hij bij aan een boek over Utrechtse naoorlogse architectuur. Ook zijn eigen website is een schat aan historische kennis. Door zijn hedendaagse blik en vlotte pen inspireert hij vele Utrechters die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van hun stad.

Ook interessant: